Clément Jacques-Vossen

Hans Theys

Het geheim
van de eenhoorn

Over een solotentoonstelling van Clément Jacques-Vossen
bij Galerie P in Oostende

Ongeveer dertig jaar geleden overkwam het mij een boterham met kaas te bestellen in de kantine van de Schaarbeekse Sint-Sebastiaansgilde. De maaltijd werd opgediend zonder de garnering die we in de huidige toeristenwereld gewend zijn: je kreeg gewoon een doorgesneden dubbele boterham op een klein bord, alsof je thuiskwam bij je oma, als die geboren was voor 1910. In de wonderlijke kroniek Villégiatures, getuigt Paul Léautaud van het ontstaan van het Franse toerisme: een gevolg van de Eerste Wereldoorlog, die leidde tot een vlucht uit Parijs en een tijdelijk nestelen in de provincie. Verwonderd stelt hij vast dat toeristen nieuwe kleren dragen; zelfs als ze in de hoofdstad blijven, voorzien sommigen zich in de zomer van een jagershoed en stapschoenen om aan te geven dat ze congé hebben.

De schilderijen, tekeningen, sculpturen en performances van de perfect tweetalige Brusselaar Clément Jacques-Vossen (°1996) zijn onlosmakelijk verbonden met zijn betrokkenheid bij verschillende verenigingen, waaronder de Schaarbeekse Sint-Sebastiaansgilde, die vandaag in handen is van jongeren die, net als in China of Oost-Europa, opnieuw de waarde ontdekken van de traditie. Niet op een nationalistische manier, maar vanuit een bewondering voor ambachten, een traag-menselijke omgang met de werkelijkheid en pre-ideologische waarden. Zo sluit Jacques-Vossens praktijk naadloos aan bij de traditie van de stadsschilder, die in de tijd van Rogier Van der Weyden verantwoordelijk was voor de vlaggen, wapenschilden en andere parafernalia die gepaard gingen met stedelijke vieringen.

De mens in wording (die wil worden wie hij, zij of hun is), de kunstenaar-parvenu, geeft gestalte aan alter ego’s die zich bekwamen in de schermwedstrijd tussen droom en werkelijkheid. De wandelaar van Baudelaire, die volgens Walter Benjamin mentaal de degens kruist met onbekende voorbijgangers, de vertellers bewondering voor Madame de Guermantes in de Recherche, Warhols vieren van Marilyn Monroe’s beeltenis, de heteroniemen van Fernando Pessoa, Borges’ bewering dat Don Quijote een verzinsel was van Sancho Panza… Kruistochten, helmboswuivende ridders, eretekenen, blazoenen, uniformen, strijdrossen, lansen, tabbaards, harnassen, zelfportretten, verborgen boodschappen en kastelen met geheime kamers, wenteltrappen, jonkvrouwen en onvindbare schatkamers. Romans, stripverhalen, moderne films, oorlog, liefde en een onverhoopte thuiskomst.

Op een dag ontmoette ik de kunstenaar in Ukkel. ‘Wat ga je vanmiddag doen?’ vroeg ik. ‘Ik ga de hippodroom in Bosvoorde bezoeken,’ antwoordde hij. ‘Zal ik je brengen?’ vroeg ik. ‘Neen,’ klonk het opgewekt, ‘ik loop gewoon door het Zoniënwoud. Binnen een paar uurtjes ben ik er.’ Een bijzonder man, deze negentiende-eeuwse dandy, die zelfs flaneren kan in een woud.

En hij maakt prachtige schilderijen. Werken met prachtige achtergronden die hier en daar doorschemeren, als grap. Werken die tegelijk beelden zijn. En gedachten. Vehikels voor een diepe, persoonlijke wording, die ontroert.

Wat een genot deze wonderlijke schilderingen, nauw verweven met de alledaagse rêverieën en bezigheden van de kunstenaar, aan te treffen op de maagdelijk blanke muren van de splinternieuw wedergeboren Galerie P. (voorheen Papillon) gevestigd in de Koningin der badsteden, het hard-goddelijke Oostende, thuisland van fabeldieren, garnaalvissers, santiago-dragende charmezangers, bohémiens en andere prinsessen!

Montagne de Miel, 6 januari 2024

De geharnaste schilder

Als ik het atelier van Clément Jacques-Vossen betreed in de buurt van de Brusselse Zavel, word ik bij het afdalen van de trap haast omvergelopen door twee met zwaarden op elkaar inhakkende ridders. Wat verder staart een eenzame koning naar een leeg glas wijn, terwijl een zeemeermin zich zwaar zuchtend uit haar harnas probeert te wurmen – zonder veel succes. Hanen met leeuwenpoten, eenhoorns, olifanten met steden op hun rug, … ze bevolken het bonte universum van deze schilder, een grootse fantasiewereld waarin epische gevechten worden uitgevochten, waarin wordt geleden, aanbeden, overwonnen. De formaten van deze schilderijen zijn ofwel miniaturesk, ofwel gigantisch, er is geen middenweg. “Ik werk het beste ’s nachts als iedereen slaapt en de stad rustig is. Daarbij luister ik vaak naar muziek om een goede trance te creëren, zodat ik me optimaal kan concentreren op mijn werk,” vertelt Clément als hij de zeemeermin finaal uit haar harnas heeft geholpen.

Clément Jacques-Vossen, T_T, (Ensor est toujours un fou), 120 x 160 cm.

Queeste

Clément is een man zonder compromissen. Al van toen hij met Playmobil speelde en zich als ridder verkleedde is hij op een queeste, en hij wijkt daar niet van af. Creëren moet hij, nieuwe beelden vol symbolen, vol heraldiek, nieuwe verhalen op de mesthoop van de westerse cultuurgeschiedenis. Historische figuren en gebeurtenissen versmelten zich in zijn werk met hedendaagse cultuur, schilderijen uit zijn geliefde Museum voor Schone Kunsten vermengen zich in zijn geest met the Lord of the Rings en Game of Thrones… Hij bestudeert meticuleus historische bronnen en kunstwerken, maar veel elementen uit zijn schilderijen ontstaan ook onbewust, als in een droom, en elk element voegt iets toe aan het verhaal, al blijft de interpretatie open. “Mijn grootvader is heel belangrijk geweest voor mijn ontwikkeling,” vertelt Clément. “Hij leerde me veel verschillende stijlen schilderijen appreciëren. De kunstenaars die mij nu het meest inspireren zijn kunstenaars die ik zag toen ik nog heel jong was, bijvoorbeeld Walter Swennen, Pierre Alechinsky, Lionel Vinche, … Tot op de dag van vandaag geniet ik van hun werken. Het is met grootvader dat ik al die amusante kunstenaars heb ontdekt. De Belgische kunstgeschiedenis heeft ook een grote invloed op mijn werk: kunstenaars als James Ensor of Pieter Bruegel de Oude, die ik ontdekte in musea in het hele land, hebben ook een grote invloed op mij uitgeoefend.”

Clément Jacques-Vossen, Ensorcelor.

Kiekenfretters

Ook Brussel is heel belangrijk voor Clément. Hij is een echte Belg, perfect tweetalig, en hij dompelt zich met plezier onder in de plaatselijke folklore. Bij de Sint-Sebastiaan gilde van Schaarbeek beoefent hij het boogschieten, en hij werkt mee met de Vrienden van Pogge, een bekend volksfiguur, die hij meermaals in zijn schilderijen terug liet komen. Hij creëert tabberds, wapenkleden zoals de vroegere herauten die droegen, vertegenwoordigers van de hertogen, maar hij draagt ze niet om een hertog te vertegenwoordigen, wel om er performances mee op te luisteren, zoals die met Alexane Sanchez bij gelegenheid van een expositie bij Melissa Ansel in Brussel.

De scilder

“De scilder” is een sleutelwerk, dat blijkt ook uit de sleutel die op tafel ligt. Clément vereenzelvigt zich hier met een scilder, een schilder van wapenschilden. Hij schildert een ridder van Philips de Goede, van wiens graftombe Clément een afbeelding in een 19de eeuws werk heeft gevonden, allicht de Memoriën van Anthonio de Succa. Onder het waakzaam oog van een zwarte trouwe hond en terwijl het ongedierte over de grond scharrelt (schorpioen = sterrenbeeld van Clément, kever = eeuwigheid bij Egyptenaren), schildert hij met een penseel in elke hand. Zijn ene hand is tijdloos grijs (geharnast?) en draagt een gouden ring, de andere is vleeskleurig. Over zijn tabberd, bezaaid met Bourgondische heraldische leeuwen en lelies hangt een soort eigentijdse orde van het gulden vlies. Op de muur achter hem staan twee torens afgebeeld, zoals in het wapen van Geldenaken waar hij geboren is; rechts in de achtergrond pronkt de burcht uit het blazoen van Antwerpen boven een landschap als een lappendeken, waarin de eenhoorn huppelt en de vos op jacht is (een verwijzing naar grootvader Vossen). Werd deze eigentijdse onderdompeling in het tijdperk der Bourgondiërs Raveel teveel? Hij liet alleszins zijn leeg wijnglas op tafel achter…

Clément Jacques-Vossen, De Scilder.

Uitgeleide

Toen hij opgroeide en zijn naïviteit verloor, ontdekte Clément gaandeweg dat ridders meestal geen witte helden te paard zijn die dapper en onverschrokken weduwen en wezen redden. Neen, het zijn moordmachines, die meedogenloos tegenstanders in de pan hakken zonder daarom het gelijk aan hun kant te hebben – daarbij, wit en zwart zijn zeldzaam in menselijke conflicten, de waarheid is bijna altijd grijs. Toch blijven ridders en koningen en andere middeleeuwse wezens, al dan niet gefantaseerd, Clément boeien. Zijn het historische personages of zijn het schaakstukken op het bord van het leven? Zijn ze louter symbolen in een geheimzinnig spel of openen ze deuren naar andere werelden, waar de wetten die ons leven beheersen niet gelden?

Clément Jacques-Vossen stelde recent tentoon bij Wunderwall en Waldburger Wauters in Brussel. Daarnaast nam hij deel aan de groepstentoonstelling Spirit in de Chapelle Notre-Dame-du-Marché in Jodoigne. Vanaf 3 september tot 30 oktober prijkt zijn werk in de tentoonstelling “Passages” in Galerie Papillon, Madridstraat 2 Oostende, vrijdag-zondag 14 – 18u.

artikel door Bram Kaarters in the Art Couch

Vind ons

Adres
Kursaal-Oosthelling 10
8400 Oostende

Uren
Vrijdag – zondag
14:00 – 18:00

Contact
info@galeriepapillon.be
+32 478 74 00 20