Het werk van Manon De Craene (1995, Gent BE) wordt gekenmerkt door tijd en abstractie. Algemene indrukken en gevoelswaarden vormen de olie, het smeermiddel van deze tandem. Zo vertrekt Manon vanuit de dagelijkse prikkels, de chaos van indrukken die ze krijgt uit het wachten, wandelen en observeren van mensen, voorwerpen, geluiden en situaties. Vanuit een bepaalde ingeving/gevoel begint ze met de opzet van haar doeken, tekeningen en collages. Naarmate de tijd vordert, vordert ook het werk. Telkens opnieuw wordt er een laag aan de vorige toegevoegd.
Binnen Manon’s werk houden de verschillende vormen geen rekening met elkaar. Ze willen telkens deze de vorige overtreffen net zoals geluiden, gesprekken en beelden dat in het dagelijks leven doen.
Vaak wordt zo’n werkwijze beschreven als een strijd met het doek. Dat is hier eigenlijk niet van toepassing. Het is geen strijd, maar een reis. Een reis met verschillende etappes, haltes die iets toevoegen of wegnemen uit een beeld en zonder een vooraf gekend einde. Het is een oefening in loslaten, in intuïtie, een experiment waarin vormen kleuren en structuren hun eigen weg gaan in onderlinge interactie.
Ook Manon’s collages, ontstaan uit postkaarten en andere objecten die al dan niet toevallig op haar werktafel vertoeven, geven blijk van een soortgelijke onberedeneerde, onwillekeurige aanpak. Er zit vaak een verhaal achter, maar dat is voor Manon hooguit een intrigerende bijkomstigheid. Wat ze er vormelijk mee doet is een volledig onafhankelijk proces waarbij ze graag geheimen verwerkt en meestal zelf nog voor verrassingen wordt gesteld.