Beschrijving
De Kathedraal van James Ensor stamt uit het overgangsjaar in de creatieve wording van deze Oostendse artiest: 1886. In dat jaar produceerde hij niet alleen zijn eerste (en in een aantal opzichten ook mooiste) etsen, maar kreeg ook zijn zeer persoonlijke taal haar beslag, onder meer geïnspireerd door de grotesken, maskers, skeletten… in de Encyclopédie de la Caricature van Champfleury (1865-1880).
De Kathedraal wordt algemeen als één van de belangrijkste etsen uit het grafisch oeuvre van Ensor beschouwd. De kathedraal toont een nieuw belangrijk facet in Ensor’s oeuvre: dat van de mensenmassa, die later ook in de Blijde Intrede van Christus in Brussel zo’n cruciale rol zou spelen.
Het thema van de mensenzee was reeds in 1856 door Antoine Wiertz gebruikt in zijn olieverfstudie ‘Apotheose van koningin Louise-Marie’, een studie ter voorbereiding van een niet uitgevoerd doek dat 50 meter hoog moest worden. Ensor inspireerde zich op een afbeelding van de dom van Aken om het gotische kerkgebouw weer te geven. Voor de toren links nam hij de kathedraal van Wenen, St. Etienne als voorbeeld. Voor de toren rechts diende de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen. Afbeeldingen van beide kathedralen vond Ensor terug in ‘Le Magasin Pittoresque’ van 1883. De voorstelling heeft niet het beangstigende van de opgejaagde menigte uit de ‘Dood achtervolgt de mensenkudde’. Hier lijkt veeleer sprake van een feest, een stoet of een processie dan van een grimmige betoging. Toch is de betekenis moeilijk te achterhalen. Alludeert Ensor op de kerk als instelling die de maatschappij van zijn tijd domineerde? Of is het gewoonweg een fantastisch visioen waarin de pracht van de gotische architectuur centraal staat? In 1896 zou hij van deze prent een tweede versie etsen die voor een ongeoefend oog moeilijk van de eerste te onderscheiden is. Het hier aangeboden werk is een prachtige afdruk van deze tweede plaat, met volle lijnen en weinig krassen. Op de achterzijde is het tegengetekend in grafiet.